Boekrecensie: Van capo tot ceo

SIS Finance > Insights > Nieuwsbrief > Nieuwsbrief november 2022 > Boekrecensie: Van capo tot ceo

De Italiaanse maffia is een verzameling criminele organisaties die samen naar schatting jaarlijks een slordige 150 miljard euro omzetten. Dat is drie keer zoveel als de FIAT Group. Geen wonder dat er ook vanuit bedrijfskundige hoek belangstelling is voor het reilen en zeilen van de maffiosi. Hoe gaan ze te werk? Kunnen wij gewone stervelingen daar iets van leren? Jan-Joost Kroon beweert van wel in zijn boek Van capo tot ceo. Leerzame inzichten van de Italiaanse maffia.

De auteur is al een kwart eeuw gefascineerd door de maffia en houdt er ook al een tijdje lezingen en spreekbeurten over. Dit jaar publiceerde hij een boek over de materie, dat meteen een bescheiden bestseller werd; het is natuurlijk ook een ‘lekker’ onderwerp, onweerstaanbaar voor de vele fans van The Godfather en Gomorra.

Van capo tot ceo is overzichtelijk opgebouwd. Het begint met een hoofdstuk over de geschiedenis van de Italiaanse maffia, waarna in hoofdstuk 2 wordt ingezoomd op de drie belangrijkste maffia-organisaties (‘De Drie’): de ‘Ndrangheta (Calabrië), de Camorra (Napels en omgeving) en de Cosa Nostra (Sicilië). Vervolgens beschrijft Kroon de structuur van deze organisaties in twee hoofdstukken, vanuit strategisch en vanuit operationeel oogpunt. In hoofdstuk 5 staat de omgeving van de maffia centraal (waaronder de overheid, justitie, de kerk). Het boek eindigt met een ‘pizzino dal capo’, een korte samenvatting van het voorgaande. Tussendoor wordt het boek gelardeerd met meer ‘pizzini’: tips en adviezen gepresenteerd vanuit het perspectief van een maffiabaas.

Wijze lessen?

Maakt de auteur zijn claim waar dat ceo’s en andere managers iets kunnen leren van de bedrijfsvoering van de capo’s? Dat valt eerlijk gezegd nogal tegen. In de hoofdstukken 3 en 4 komen onderwerpen als missie, strategie, kernwaarden, leiderschap, recruitment, teamwerk en communicatie beknopt aan bod, en op al deze terreinen kun je natuurlijk wel parallellen trekken tussen de maffia en reguliere organisaties. Maar vaak zijn de ‘lessen’ die daaruit te leren zijn, nogal banaal, gezocht of oppervlakkig. Neem bijvoorbeeld de ‘pizzino’ op p. 85: ‘Maak het vooral allemaal niet te moeilijk. Hou het simpel.’ Of op p. 139: ‘Je bent wie je kent. Dus steek veel energie in je netwerk.’ Tja – voor dat soort tips hoeven we niet te rade te gaan bij ‘Toto’ Riina en consorten.

Soms zijn de aan de maffiose bedrijfsvoering ontleende adviezen zelfs een beetje potsierlijk. Moeten we nu echt een voorbeeld nemen aan hoe de gemiddelde capo zijn mensen aanstuurt? Hoe het begrip ‘loyaliteit’ door de uomini d’onore wordt ingevuld? Of hoe ze met de concurrentie omgaan? Dat valt toch niet echt serieus te nemen. Soms krijg je de indruk dat de auteur een beetje jaloers is op de capo’s, omdat zij zich meer kunnen permitteren dan in onze brave, politiek correcte bedrijfsomgevingen mogelijk is. Tussen de regels door neemt hij soms de gedaante aan van een nogal ouderwetse manager, die niet veel op heeft met diversiteit, teamtrainingen maar onzin vindt en mensen die ‘de kantjes ervan aflopen’ het liefst meteen ontslaat.

Maffia als bedrijf

Los van de lessen is ook andere informatie die in het boek wordt geboden, maar mondjesmaat relevant voor wie zoekt naar verbeterpunten in zijn of haar eigen organisatie. Je steekt soms best wat op van hoe de maffia in elkaar zit maar dat levert niet meteen inzichten op die bruikbaar kunnen zijn voor de eigen bedrijfsvoering. Het is bijvoorbeeld grappig om maffiapraktijken vertaald te zien in managementjargon (p. 91: ‘Het beleid is ondersteunend aan de strategie, waarbij de kernwaarden de kaders zijn waarbinnen de medewerkers invulling geven aan de strategie’), maar hoe nuttig een vertaalslag de andere kant op is, valt te betwijfelen.

Kortom, dit boek is prima geschikt voor wie iets meer van de maffia af wil weten en het leuk vindt om die beschreven te zien in hedendaagse management-termen. Maar verwacht er niet te veel van als je hoopt op inspiratie om zelf binnen je eigen organisatie aan de slag te gaan. In dat geval heb je eigenlijk wel genoeg aan de samenvatting in twaalf punten (dat zijn twee pagina’s) in hoofdstuk 6. Dat is uiteindelijk toch een beetje mager.

Beeld: (c) Netflix