Heidi Janssens werkt als CFO voor BRB, een internationaal opererend chemisch bedrijf dat zich met name richt op de productie van siliconen. Hoe ervaart zij het werken als interimmer?
‘Na mijn studie economie in Antwerpen ben ik eerst in diverse rollen actief geweest bij Unilever, vaak ook in het buitenland. Het beviel me goed dat ik daar kon werken in een omgeving met veel verschillende culturen, waar ik dingen echt kon bouwen. Vervolgens ben ik gaan werken bij Stork; ik was uiteindelijk de financieel directeur van alle Belgische werkmaatschappijen. Wat ik daar prettig vond, was dat ik heel dicht bij de business stond. De financiële functie is daar heel breed, je werkt niet afgezonderd in een hoofdkantoor met relatief weinig contact met de rest van de organisatie.’
Werken als interimmer
‘In 2006 ben ik voor mezelf begonnen. Als interimmanager was ik bij verschillende organisaties verantwoordelijk voor projecten zoals het opzetten van een nieuwe en helderder financiële structuren en het leggen van verbanden tussen afdelingen. Je begint meestal aan een opdracht voor zes maanden, maar dat wordt bijna altijd langer. Er is vaak eerst een inhaalslag te maken in het bedrijf waar je van start gaat; je bouwt nieuwe manieren van werken op die je borgt in de organisatie, en vervolgens help je mensen op weg zodat ze het uiteindelijk weer zelf kunnen doen. Het leukste is dat je, als het goed is, mensen bij je vertrek sterker achterlaat dan ze waren bij aanvang. Dat vind ik cruciaal voor een interimmer: je moet een dienstbare instelling hebben – dat is ook belangrijk voor je toegevoegde waarde op lange termijn.
Het bedrijf waar ik nu werk, BRB International BV, is heel succesvol – dat maakt deze opdracht anders dan andere, want er was geen acuut probleem dat moest worden opgelost, bijvoorbeeld als gevolg van slechte resultaten. De organisatie, systemen en structuren van BRB hebben echter onvoldoende kunnen meegroeien met de groei van de omzet en de internationale uitbreiding. Er is een professionaliseringsslag nodig, en daarvoor kijk ik kritisch naar de doelstellingen en hoe we die willen bereiken. Het gaat ook om het versterken van de interne samenhang en van de verbinding tussen afdelingen; mensen meekrijgen en ervoor zorgen dat iedereen goed op elkaar inspeelt. Professionaliseren en borgen in de organisatie.
Interim werken vind ik fijn omdat het mij continu scherp houdt en steeds weer nieuwe uitdagingen biedt. Ik heb daarbij het gevoel dat ik onafhankelijker kan opereren, en ook kritischer kan zijn, dan toen ik nog in loondienst was. De mensen met wie je in een bedrijf moet samenwerken, nemen je als interimmer sneller serieus – maar tegelijkertijd zijn ze vaak ook een beetje achterdochtig. Door transparant en toegankelijk te zijn kan ik dit gevoel vaak snel wegnemen. Je moet dus snel duidelijk maken dat je aan het bouwen bent en welke doelen je nastreeft, dat je er voor hen bent, ook voor de langere termijn. Dat vertrouwen moet je creëren en verdienen, om samen het maximale resultaat te bereiken.
Het leggen van verbindingen tussen mensen en afdelingen, daar zit volgens mij de meerwaarde van ons vak, zeker in de toekomst. De traditionele finance-taken zoals controle en rapportage zijn straks grotendeels geautomatiseerd, daarin kun je je niet meer onderscheiden. Je moet dus steeds dichter bij de business komen; je belangrijkste vaardigheden liggen op menselijk vlak: overtuigingskracht, inlevingsvermogen en kunnen verbinden.’
Werken met SIS Finance
‘Toen ik net voor mezelf begonnen was, probeerde ik opdrachten vooral uit mijn eigen netwerk te halen. Op een gegeven moment kwam ik in contact met SIS Finance, eerst met Aad Faasen en later met Jacco Kaandorp. Wat ik goed vind aan SIS Finance is dat ze van mij als persoon heel goed in kunnen schatten wat mijn toegevoegde waarde is, en daardoor ook een goede match kunnen creëren met een opdrachtgever. Bij andere bemiddelaars is je contactpersoon toch vaak een “cv-schuiver”, er is geen echt persoonlijk contact. Terwijl kennis van de persoon en de match met het bedrijf in deze tijd van wezenlijk belang zijn.’