Ankie Stijfs werkt sinds november 2019 als interimmer bij een beursgenoteerde internationale financiële dienstverlener. Als programmamanager is zij in de Amsterdamse vestiging verantwoordelijk voor de implementatie van het SAP S/4HANA Cloud Platform, eerst in Nederland, later in andere landen beginnend met Luxemburg en Jersey. Wat komt daar zoal bij kijken? En welke impact heeft de corona-crisis op haar werk?
‘Het nieuwe systeem dat we nu aan het implementeren zijn, dient vooral om de back-office te stroomlijnen. In deze organisatie waren er tot voor kort heel veel verschillende systemen, daar moest meer coherentie tussen komen. We streven ook naar meer efficiency en meer transparantie. Het gaat dan vooral om de interne finance-processen, dus we nemen de klantkant niet mee.
Het mooie van dit werk is dat je in de wereld van projecten finance en IT met elkaar moet verbinden. Die spreken soms een verschillende taal en die moet je bij elkaar zien te krijgen. Het leggen van die verbinding is iets waar ik plezier uit haal en ik denk ook wel dat me dat goed ligt; ik ben begonnen in de accountancy, maar ik heb altijd veel in grote programma’s gewerkt en daar komt vanzelf dan veel IT bij kijken. Dit programma is ook ingezet met een IT-bril.
We hebben met SAP S/4HANA Cloud natuurlijk te maken met een nieuw product, met de bijbehorende kinderziekten en hier en daar ook wat beperkingen; dat betekent dat gebruikers af en toe uit hun comfortzone moeten treden. Bijna al onze medewerkers in Nederland gaan met het nieuwe systeem werken, dat zijn een kleine 500 mensen. Die moet je erbij betrekken, trainen en informeren, terwijl ze ook gewoon hun dagelijkse werk doen, dat is natuurlijk een uitdaging, zeker voor de zogenaamde key users.’
Thuis werken
‘Sinds de corona-uitbraak werkt iedereen thuis en moeten we dus ook de trainingen op afstand doen. Dat levert eigenlijk weinig problemen op; je mist natuurlijk wel de interactie die je in een trainingslokaal altijd hebt, er zijn geen praatjes meer bij de koffieautomaat. Opvallend is wel dat vergaderingen nu stipt op tijd beginnen; er is geen tijd meer voor allerlei chit-chat. Het vraagt dus wel van je dat je deelnemers aan trainingen en meetings bewuster monitort, je mist anders informatie die je bij een fysieke meeting sneller oppikt, maar het gaat boven verwachting goed.
Ik denk dat vaker thuis werken wel een blijvertje is. Veel mensen vinden het prima zo, het scheelt natuurlijk reistijd. Als de helft van onze medewerkers weer op kantoor zou willen werken, zou dat nu bovendien problemen opleveren, ze kunnen dan niet anderhalve meter uit elkaar zitten. Wat betreft het programmamanagement is het ook heel goed te doen.’
Rol als programmamanager
‘Mijn rol als programmamanager verandert in deze nieuwe omstandigheden niet echt. Ik verbind mensen met elkaar die verschillend werken en verschillende dingen goed kunnen. Ik hoef zelf niet alle details te weten, maar moet wel weten wat iedereen weet en kan. Ik moet een stip zetten aan de horizon, zaken voor iedereen transparant maken, en zorgen dat we er komen. Dat is het spel dat je speelt. Daarmee kun je mensen meenemen naar een nieuwe situatie.’